Het tijdperk van de vooruitgang, het economische verhaal van de afgelopen 150 jaar, heeft ons stevig verankerd in efficiëntie. Gericht op onze eigen menselijkheid, in een geest van overheersing en almacht, hebben we bezit genomen van onze planeet alsof het ons eigen bezit was, op zoek naar een beter leven.
Door te streven naar efficiëntie en de mythe van concurrentievoordeel te cultiveren als de sleutel tot overleven in een concurrerende wereld, hebben we onszelf kwetsbaar gemaakt. Dankzij de nieuwste onderzoeken in de biologie, fysica en neurowetenschappen beginnen we te beseffen hoezeer we verbonden zijn met de natuur. Met een resoluut optimistische kijk stelt de auteur een nieuw verhaal voor dat gebaseerd is op glokalisatie en het delen van gemeengoed om onze overleving te garanderen door ons opnieuw te verbinden met onze omgeving. Hij stelt een wereld van veerkracht voor, gebouwd op diversiteit en redundantie.
” We hebben lang geloofd dat we de natuur konden dwingen zich aan te passen aan onze soort. Nu worden we gedwongen om ons aan te passen aan een onvoorspelbare natuurlijke wereld”.