De nieuwe generatie is het beu om door clichés te worden mishandeld. Eco-angst, geestelijke gezondheidsproblemen, gebrek aan veiligheid… al deze factoren weerhouden jongeren ervan om zich rustig op de toekomst te richten. Geconfronteerd met een belangrijke ecologische en sociale erfenis, is deze generatie banger door de inertie van de ‘volwassen’ generaties dan door de milieucrisis. Ze zijn op zoek naar manieren om hun wereld mee op te bouwen.
Naast haar woede geeft de auteur jongeren een stem en ontmantelt ze de clichés van een decadente jeugd op basis van een diepgaande analyse. Ze nodigt ons uit om met deze generatie te empathiseren en lanceert een generatieoverschrijdende oproep tot actie. Een rijk en tot nadenken stemmend boek dat onze kijk op de wereld verandert.
“(…) Een balans bewaren tussen persoonlijk en professioneel leven. Dit kan op zich ook gezien worden als een politieke daad: de waarde van werk niet langer centraal stellen in ons leven, carrière en salaris niet langer tot absolute prioriteit maken, zijn allemaal tegenstrijdigheden met de productivistische logica die sinds de jaren 1960 heerst”.